De Academische Werkplaats slaat een brug tussen wetenschap en de werkvloer

Eric Zwennis van zorginstelling De Zijlen is nog maar kort lid van de stuurgroep van de Academische Werkplaats maar ziet nu al voordelen. ‘De werkplaats doet belangrijk onderzoek voor onze cliënten – dat is natuurlijk het belangrijkste – maar onze betrokkenheid bij dat onderzoek zorgt ook voor aantrekkelijker werk voor onze werknemers. Een win-winsituatie.’

Met ‘onze cliënten’ bedoelt Eric de 1200 mensen met een verstandelijke beperking die door zorginstelling De Zijlen worden begeleid bij wonen, werken en dagbesteding. Eric is al zeven jaar voorzitter van de Raad van Bestuur van deze Groningse instelling. De Zijlen is vooral gespecialiseerd in complexe zorg. “Wij zijn een soort last resort. Cliënten met een heel complexe zorgvraag, bijvoorbeeld op het gebied van moeilijk verstaanbaar gedrag, maar ook jonge mensen met een meer fysieke zorgvraag, kloppen uiteindelijk bij ons aan. Die complexe zorg is echt onze unique selling point.’

Terugdringen gedragsmedicatie
De cliënten van de Zijlen passen natuurlijk perfect bij de doelgroep waar de Academische Werkplaats zich voor inspant. Vandaar dat Eric zich een jaar geleden met De Zijlen bij de Werkplaats aansloot. Zijn deelname aan de stuurgroep is zeker een eer, vindt Eric, maar hij is er ook nuchter onder. ‘Bij het een komt het ander’. Waar Eric vooral enthousiast over is, is het onderzoek dat de Academische Werkplaats doet naar de effecten van gedragsmedicatie. ‘Iets wat niet alleen ik, maar ook de centrale medezeggenschapsraad van De Zijlen, waarin de verwanten van onze cliënten zitten, van groot belang vind. Gedragsmedicatie heeft zoveel betekenis voor de kwaliteit van leven. Dat maakt het voor mij extra waardevol om bij de Academische Werkplaats betrokken te zijn.’

Helemaal niet zo complex                                                                                                                                                                                                                                                              Maar is er bij De Zijlen zelf al niet heel veel kennis aanwezig? ‘Zeker. En daar zijn we ook trots op. Wij krijgen soms cliënten aangemeld met een dik dossier en een ingewikkelde historie. De Zijlen is dan goed in staat een passende context aan te bieden, waarin een cliënt goed gedijt. Dat vraagt kennis, kunde en heel veel ervaring.  En daar zijn we goed in!

‘Vaak lukt het ons om binnen ons zorgsysteem cliënten, die met veel toeters en bellen werden aangemeld, af te schalen naar minder complexe zorg. Soms al binnen enkele weken. Wij weten dan vaak een passende context te bieden, waardoor al snel resultaat zichtbaar wordt. Er is dus echt veel expertise aanwezig bij onze medewerkers, maar er is ook nog genoeg dat beter kan, waar onderzoek naar kan worden gedaan. Naar dat medicijngebruik bijvoorbeeld. Dat heeft immers een groot effect op de kwaliteit van leven van onze cliënten. Onderzoek kan ons helpen betere afwegingen te maken.’

Win-winsituatie
Deelname aan onderzoeken van de Academische Werkplaats heeft volgens Eric nog een voordeel: het zorgt voor aantrekkelijk werk. Voor Eric snijdt het mes aan twee kanten: ‘Onze cliënten zijn er gebaat bij, maar ook ons team; het zorgt voor interessanter werk. Deelnemen aan een onderzoek is belangrijk en uitdagend. Je draagt bij aan de ontwikkeling van nieuwe methodes en je leert er zelf ook veel van. Weet je, de arbeidsmarkt in de zorg is sowieso gespannen en dan is het fijn als je een aantrekkelijke werkgever bent. Zeker in het noorden van het land waar het nog moeilijker is om aan goed personeel te komen. Wij willen mooi werk bieden.’

Jolanda Venema
Eric is al sinds de jaren tachtig werkzaam in de zorg. Dat begon ooit – na een studie Arbeidsverhoudingen – bij de Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland (VGN). De doelgroep spreekt Eric aan. ‘Het is een soort rechtvaardigheidsdrang. Ik heb iets met kwetsbare mensen die niet voor zichzelf op kunnen komen.’ Heeft hij de zorg in al die jaren zien verbeteren? ‘Absoluut. Veertig jaar geleden waren we in sommige gevallen echt handelingsverlegen. Weet je nog dat Jolanda Venema eind jaren tachtig in het nieuws kwam?’ Eric doelt op het meisje met verstandelijke beperking dat complexe zorg nodig had, maar in haar zorginstelling aan een muur werd vastgebonden. ‘Er waren in die tijd bij veel instellingen cliënten die in een soortgelijke situatie verkeerden. Haar casus was mede de aanleiding om het Centrum voor Consultatie en Expertise (CCE) op te richten. Dat ging adviseren bij zorg die vastgelopen is of dreigt te raken. De crisis- en ondersteuningsteams (COT) stammen ook uit die tijd. De schok over Jolanda’s behandeling heeft het onderzoek naar betere zorg een boost gegeven. We komen echt van ver.’

Mensen binden
Eric hoopt vooral dat de Academische Werkplaats zijn team en de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking nog verder brengt. ‘Wat ik goed vind, is dat het onderzoek van de Academisch Werkplaats een brug slaat tussen wetenschap en praktijk,’ betoogt Eric. Die opmerking brengt ons terug bij de werkvloer, want alle onderzoeksresultaten moeten natuurlijk wel door zorgmedewerkers in de praktijk worden gebracht. En dat terwijl de tekorten aan zorgpersoneel alleen maar toenemen. Daar maakt Eric zich wel zorgen over. ‘Onze doelgroep doet het goed als de context afgestemd is op hun zorgvraag. Is dat niet het geval dan ontstaan gedragsproblemen. Dat betekent dat we goed opgeleide medewerkers nodig hebben, die voor de cliënt de ‘betrouwbare ander’ zijn. Onze cliënten gaan minder goed op wisselingen.’ Vandaar dat Eric hoopt dat deelname aan onderzoek het werken voor De Zijlen aantrekkelijker maakt. Dat het mensen aan de zorg bindt. Liefst aan De Zijlen natuurlijk.

AI in de zorg
Ziet Eric buiten de Werkplaats nog andere kansen? Eric wordt enthousiast. ‘We investeren dit jaar zeven miljoen in zorgtechnologie. Ook in AI. In theorie kunnen we daarmee 100.000 uur werk op jaarbasis besparen. Dat zijn 55 voltijdbanen. Daarmee neemt de druk op het personeel aanzienlijk af en kan er dus met minder mensen meer werk worden verzet. Denk aan het inspreken van rapporten waar AI meteen een verslag van maakt, en automatische opname daarvan in het zorgdossier. Of zorgvragen die straks door AI, na het raadplegen van een dossier, kunnen worden beantwoord. Het maakt veel vervelend papierwerk overbodig, bespaart tijd en zorgt dat er weer meer echte zorg kan worden verleend. Fijn voor de cliënten en voor de zorgmedewerkers.’