Kijken naar wat wel kan. De brede benadering van Yonas Tewelde
Yonas Tewelde werkt ruim dertig jaar in de zorg. Eerst als psychiatrisch verpleegkundige, tegenwoordig als voorzitter van de Raad van Bestuur bij Vanboeijen. Zijn invloed reikt nu verder dan aan het begin van zijn carrière, maar nog steeds houdt hetzelfde hem bezig: hoe optimaliseer je de zorg voor de meest kwetsbaren? Het onderzoekswerk van de Academische Werkplaats past perfect bij zijn visie.
Yonas Tewelde (52 jaar) is een aimabele, benaderbare man. Bevlogen ook. Kaart de marktwerking in de zorg aan en hij legt meteen de vinger op de zere plek: ‘In de reguliere zorg zijn er partijen die heel goed zijn ingesprongen op mensen met een lichte hulpvraag. Ze optimaliseren de zorg voor een brede groep: bijvoorbeeld door het opzetten van een zorgboerderij. Heel mooi, maar maatwerk wordt dan lastig. Je ziet nu vaak dat de meest kwetsbare mensen steeds vaker achteraan in de rij staan. Een ontwikkeling die ik al jaren signaleer.’
Waar komt dat vandaan?
‘De marktwerking in de zorg heeft daar zeker aan bijgedragen. De bekostiging ging steeds meer een rol spelen. Hoe moeilijker de zorgvraag, hoe intensiever de begeleiding wordt. Dat kost niet alleen geld, maar is ook lastig in te vullen in dit tijdperk van personeelsschaarste. Het loont dan om je te richten op de lichte zorg. Daar komt bij dat het bij complexe zorg vaak gaat om mensen die minder assertief zijn. Ze staan van nature niet vooraan in de rij, komen niet op voor hun eigen rechten. Langzaam maar zeker is de toegankelijkheid van de zorg voor deze doelgroep afgenomen.’
Hoe los je dat op?
‘Ik denk dat het anders kan en ook anders moet. Daarom ben ik voorstander van een veel bredere benadering, meer holistisch. We hebben de neiging om te denken dat kwetsbare personen, bijvoorbeeld die met een verstandelijke beperking en bijkomende problemen, weinig aan kunnen, niks zelf kunnen, maar ik vind dat je naar het hele verhaal moet kijken. Cliënten zijn namelijk niet alleen hun kwetsbaarheid, maar beschikken ook over veerkracht en wendbaarheid. Wat kunnen ze zelf? Wat willen ze zelf? Wat kan de directe omgeving? En daarnaar handelen, kansen grijpen. Ik vind dat je ook andere hulpbronnen moet aanboren: de cliënt zelf natuurlijk, maar ook de familie of nieuwe technieken die de eigen regie versterken.’
Gebeurt dat al bij Vanboeijen?
‘Absoluut. En daar ben ik trots op. Wij zetten echt in op wat de cliënt zelf kan en wil. Hoe geven we hem of haar een betekenisvolle invulling van het leven? Binnen de sector. Dus zie je bij ons een trend naar passende huisvesting, met meer zelfstandigheid en soms met ambulante begeleiding. We willen ook dat onze bewoners meer participeren, deelnemen aan de maatschappij. Ik ben er bijvoorbeeld trots op dat twee van de bewoners van Vanboeijen de receptie bemannen. Dat zorgt voor een zinvolle daginvulling, ze voelen zich gewaardeerd en wij hebben er ook nog eens profijt van.’
Vraagt die werkwijze om een omslag?
‘Ja, maar die is gelukkig al wel gaande. En ik probeer dat vanuit mijn positie te stimuleren. We hadden als professionals altijd de neiging om te denken dat we de enigen waren die iets voor de cliënt konden betekenen. De rest, de omgeving, hielden we op afstand. Nu stellen we steeds vaker vragen… Wat is puur het domein van de professional? Staat de cliënt wel echt voorop? Wie zijn de mogelijke partners uit de omgeving, bijvoorbeeld de familie? En welke inzichten en technologie kunnen de cliënt verder helpen? Dat bedoel ik met die holistische benadering.’
Daar is de Academische Werkplaats toch ook mee bezig?
‘Zeker, maar dan vooral gericht op cliënten met een verstandelijke beperking én bijkomende psychiatrische problematiek. Wij zijn één van de zorginstellingen die vanaf het begin zijn aangesloten bij de Academische Werkplaats. Het onderzoeksproject Samen Denken, Samen Doen vind ik een mooi voorbeeld van hoe je de cliënten zelf kunt betrekken. Zij bespreken samen met hun naasten, zorgverleners en onderzoekers hoe moeilijk verstaanbaar gedrag kan worden opgelost. Liefst met zo min mogelijk psychofarmaca. Die benadering is holistisch en kijkt verder dan het kostenplaatje. Precies wat ik voor ogen heb.’
Dat verdient navolging…
‘Dat is inderdaad mijn ambitie. De Academische Werkplaats is vrij klein begonnen, wij waren er meteen bij, maar ik hoop dat steeds meer GGZ- en GHZ-instellingen zich aansluiten. Wij willen heel graag de onderzoeksresultaten van de Academische Werkplaats delen, want het is goed dat er een plek is waar onderzoek wordt gedaan en kennis wordt gegenereerd. Ik ben echt trots op de onderzoeken die door het team van de Academische Werkplaats gedaan worden, vooral omdat vaak de cliënten zelf meedoen en meepraten. Maar als we de resultaten duurzaam willen maken, moeten we zorgen dat de kennis steeds meer verspreid wordt. Dat gaat misschien minder snel dan ik zou willen, maar er is een mooi Afrikaans spreekwoord: Wie snel wil reizen, gaat alleen. Wie ver wil komen, gaat samen.’